Energy

Hoe consistent is het Nederlandse overheidsbeleid?

Voortgangsbrief WCW

Op 15 juli, de dag voor het reces verstuurde de minister voor Energie en Klimaat Rob Jetten een voortgangsbrief naar de kamer. Hij deed dat nadat hij in februari een ronde had gemaakt met alle partijen die het in dit dossier, na een paar jaar, nog steeds niet eens waren.

Centraal in het verschil van inzicht stond de wens van gemeenten de regie over ‘hun’ eigen warmtevoorziening, per gemeente zelf in handen te krijgen. Publieke belangen zoals deze raken gemeenten in de kern. Zeker over zoiets belangrijks en onmisbaars als energievoorziening. In het Klimaat Akkoord is immers vastgelegd dat gemeenten  de regie hebben over de CO2 reductie.

Gemeenten stonden tegenover de warmtebedrijven die hun recent verworven assets, distributie- en transportsystemen,  aan het uitrollen zijn. De forse bedragen die door gemeenten en provincies ontvangen zijn verhouden zich slecht met een afhankelijke rol, misschien ook wel financieel, die de gemeenten voor ogen hebben.

Gevolgen van het trage proces

De langlopende discussie heeft een belangrijk neveneffect gehad: het onderling vertrouwen tussen partijen, inclusief Rijksoverheid is er niet op vooruit gegaan. De vaak gebruikte woorden ‘haalbaar en betaalbaar’ werden een politiek mantra. Ondanks dat burgers uigebreid beschermd zijn, krijgen warmtebedrijven niet het vertrouwen dat zij verdienen….

Er was, hoe treurig, een oorlog voor nodig om tot een nieuw frame te komen: warmte vraagt lokale zeggenschap. Nationaal moeten we onafhankelijker worden van geopolitieke worstelingen en prijsvorming. Warmtenetten zijn daarbij een belangrijk hulpmiddel.

Jetten moet manoeuvreren tussen de legitieme wens van gemeenten en de legitieme wens van warmtebedrijven die de afgelopen jaren hebben ingezet op de vorming van integrale bedrijven. Dat was immers de beleidslijn van vorige kabinetten. Jetten doet dan ook de oproep dat “Alle partijen nodig blijven om de ambities rond collectieve warmte de komende jaren te realiseren. Ik doe daarmee ook een beroep op alle betrokken partijen om hieraan bij te dragen, nu in het bijzonder door het wetsvoorstel een slag verder te brengen… publieke en private partijen moeten met elkaar samenwerken om de warmtetransitie te laten slagen.”

Oproep van de warmtesector 

Als ervaren speler in warmteprojecten en als lid van de NVDE heeft Fakton Energy gepleit voor een vormgeving van de WCW die op tijd af is. Daarbij is óók aandacht nodig voor de publieke realisatiekracht. Warmte is een belangrijke bouwsteen voor een gemeente om de inzet van aardgas te verminderen, maar komt niet vanzelf van de grond, zeker niet ineen groot aantal kleinere gemeenten.

De langdurige discussie heeft ertoe geleid dat ook de klassieke netbeheerders, voor elektriciteit, zich inmiddels ook hebben gemeld als partij. Voor een rol van deze partijen moeten eerst wettelijke beperkingen worden opgelost. Misschien in de WCW?

Gevolgen in de praktijk van alle dag

Fakton Energy is, net als veel andere adviseurs bezig met bestaande en nieuwe collectieve warmtesystemen. Soms al op het niveau van contractering. Vanuit verschillende gemeenten en warmtebedrijven zijn zorgen geuit over de verenigbaarheid van die situaties met de WCW. In de “botsproeven” wordt bezien of en in hoeverre bestaande systemen en initiatieven passen binnen het wetsvoorstel.  Want als dat niet het geval is kunnen de gevolgen verstrekkend zijn.

Wij en de andere adviseurs werken vanuit een onafhankelijke positie samen met gemeenten en alle partners in warmteketen. Naast de lange periode dat de wet in wording is hebben alle partijen zorgen over de publieke realisatiekracht, ook gemeenten en de provincies. Jetten: “Meer specifiek gaat het daarbij om de benodigde publieke uitvoeringscapaciteit en het benodigde publieke investeringskapitaal…. Daarbij zal ik ook de eventuele budgettaire gevolgen voor de Rijksoverheid betrekken, en hoe deze gedekt kunnen worden”.  Als er  voldoende euro’s zijn en voldoende gekwalificeerde mensen? vraagt de minister.

Het antwoord daarop kan deels worden afgeleid uit de aanvraag voor het Nationaal Groeifonds van een breed consortium Nieuwe Warmte Nu! Een totaal aangevraagd bedrag van 2 miljard euro voor ruim 130 projecten, leidde tot toekenning van 200 miljoen voor 12 projecten….

Kortom zowel het tempo van het wetgevingstraject als de duur van de formatie en de beschikbare middelen en mensen zijn serieuze aandachtspunten.

Wat is dan nu de planning? 

De brief van Jetten geeft een beeld.

“Het wetsvoorstel bied ik dit najaar aan de Raad van State aan en in mei 2023 aan de Tweede Kamer; de geplande inwerkingtreding van de wet zal een half jaar later zijn: 1 juli 2024 in plaats van 1 januari 2024”.

Dat is nogal wat. Er zijn inmiddels vele tientallen, waarschijnlijk meer mensjaren ingezet, terwijl concrete plannen minstens zo hard nodig zijn.

Tenslotte

De brief van Jetten aan de Tweede Kamer gaat ook nog in op de tarieven voor energie. Het befaamde Niet Meer Dan Anders principe zal vervangen worden. Maar, en het is jammer dit te moeten schrijven, sinds het debat hierover jaren terug in de Tweede Kamer startte is er niet pro-actief gehandeld. En nu blijft de datum voor nieuwe regulering zoals die was: 1 januari 2025.